Luc
Luc Everwijn is mijn naam. En ik sla binnen Noodweer op de trommels.
Ik ben op zaterdagmiddag 5 april 1952 in een slaapkamertje op de Boezemlaan te Rotterdam op de wereld gezet. Daar moest wel een spuit van de huisarts aan te pas komen, want ik had absoluut geen zin om uit dat warme nest te komen. De eerste liefdevolle woorden van mijn moeder waren: “Goh, ik heb een chimpansee gebaard”. Ik bleek namelijk over mijn gehele rompje behaard te zijn. Ik kan u verzekeren dat dat inmiddels helemaal goed is gekomen. Maar het zal u niet bevreemden dat ik na deze eerste harde kennismaking met de wereld noodzakelijkerwijs humorist ben geworden.
Ik bespeel behalve drums ook nog gitaar en mondharmonica. Voornamelijk blues, want die muziek meen ik te begrijpen. Maar ook jazz (Coltrane, Parker), klassiek (Purcell) en opera (Wagner) kan mij bovenmatig bekoren.
Mijn niet-muzikale liefdes zijn – in facultatieve volgorde – een versgetapt glas (Brand Up) bier, een goedgedraaide Samson, Roos (mijn talentvolle zingende dochter) en Antoinette. Ik ben daarnaast ook dol op mijn groene BMW 325, op mijn huis (gebouwd in 1840, waar vind je dat nog in Rotterdam) en op mijn vrienden en vriendinnen.